Apotheek de Vaart Amsterdam
Header afbeelding
Medische Encyclopedie

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

fludarabine

Fludarabine is een kankerremmende stof (cytostaticum).

Artsen schrijven fludarabine voor als chemotherapie (chemokuur) bij bepaalde vormen van kanker in het bloed of in de lymfeklieren.
Het wordt ook gebruikt als voorbereiding voor transplantatie met stamcellen van een donor.

Wat doet fludarabine en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen, als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling van veel soorten kanker mogelijk.

Artsen schrijven fludarabine voor bij leukemie. Bij deze ziekte zijn te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig. Het beenmerg bevat dan veel onrijpe cellen, die de aanmaak van gezonde bloedcellen verstoren.
Fludarabine wordt vooral gebruikt bij B-cel chronische lymfatische leukemie (B-CLL). Soms ook bij acute myeloïde leukemie (AML).

Verder schrijven artsen fludarabine soms voor bij vormen van lymfeklierkanker (non-Hodgkin-lymfomen). Ook hier zijn te veel van een bepaald soort witte bloedcellen aanwezig.

Ten slotte schrijven artsen fludarabine voor bij allerlei soorten kanker waarbij stamceltherapie nodig is. Bij deze behandeling worden uw eigen beenmergcellen vervangen door stamcellen van een donor.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.

Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen hebben dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

  • Bij leukemie merkt u soms zwelling van de klieren (in hals, onder de oksels en in de liezen), vaker infecties, bloedneuzen en blauwe plekken.
  • Bij lymfeklierkanker: zwelling van de klieren, koorts en nachtelijk zweten.

Behandeling
Bij leukemie gaat de arts behandelen als het aantal witte bloedcellen boven een bepaald aantal uitkomt. Het doel van de behandeling is de ziekte tot staan te brengen. Hierdoor nemen de klachten af en worden de milt, lever en lymfeklieren kleiner. Een van de medicijnen die hiervoor in aanmerking komt is fludarabine.

Werking
Fludarabine zorgt dat de cellen zich niet meer kunnen delen. De kanker wordt zo tot staan gebracht.

Fludarabine wordt ook gebruikt voor stamceltherapie of beenmergtransplantatie. Het vernietigt de zieke beenmergcellen. Na de transplantatie zitten ze zo de gezonde donorcellen niet in de weg.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtig werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen of cellen van het afweersysteem, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de kuur geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, koude rillingen, hoesten (ophoesten van bloed), benauwdheid, blaasjes in de mond en keel, pijn bij het plassen, bloed in de urine, bloedneuzen, onverklaarbare blauwe plekken en extreme vermoeidheid.

    Door minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes ontstaan bloedarmoede, bloedingen en infecties, zoals griep, verkoudheid, keelontsteking, longontsteking, blaasontsteking, schimmelinfecties of huidinfecties, zoals steenpuisten. De arts zal regelmatig uw bloed controleren. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree. Zelden minder eetlust.

    In zeldzame gevallen kan een bloeding in maag of darmen ontstaan. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van maag en darmen.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan één keer per dag braken? Overleg dan met uw arts.

  • Vermoeidheid, zwak gevoel.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke mond, tong of keel.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie.
    Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Problemen met zien.

    In zeer zeldzame gevallen kan blindheid ontstaan als u doorgaat met de behandeling. Waarschuw uw arts bij wazig zien, kleuren anders zien (minder contrast), pijn in of rond het oog, flikkeringen of sterretjes zien.

  • Doof, tintelend of brandend gevoel in armen, handen, benen of voeten.

  • Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u aan dikke enkels of voeten. Mensen met hartfalen krijgen hierdoor meer klachten van benauwdheid.

    Raadpleeg uw arts als u vocht vasthoudt.

  • Huiduitslag

    Dit kan het gevolg zijn van allergie, maar dat hoeft niet (zie Zeer zelden Overgevoeligheid). Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals verwardheid.

  • Hartkloppingen

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts. In zeldzame gevallen kunt u een ernstige huidaandoening krijgen. U merkt dat aan blaren op huid en slijmvliezen, koorts, ontstoken ogen en een ziek gevoel. Stop in deze gevallen het gebruik en waarschuw direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst. Als u overgevoelig bent voor fludarabine, mag u het niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Leverbeschadiging. U merkt dat aan een gele kleur van huid en oogwit en pijn boven in de buik.

    Waarschuw uw arts bij deze klachten.

  • Ontsteking van de alvleesklier. U merkt dit aan heftige pijn boven in de buik, uitstralend naar de rug, met misselijkheid.

    Waarschuw uw arts bij deze klachten.

  • Een ernstige longaandoening. U merkt dat aan veel hoesten, moeite met ademhalen of pijn op de borst.

    Raadpleeg dan onmiddellijk uw arts.

  • Ernstige aandoeningen van de hersenen. Krijgt u last van sufheid, verwardheid, hoofdpijn en epileptische aanvallen? Raadpleeg dan onmiddellijk uw arts.

  • Meer kans op andere vormen van kanker, bijvoorbeeld van de huid of een andere soort leukemie.

    Fludarabine kan het DNA in de cellen aantasten, waardoor (in zeldzame gevallen) juist kanker kan ontstaan. Uw arts zal samen met u de voordelen van het gebruik afwegen tegen het risico.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik fludarabine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Fludarabine vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere griepvaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • De antistollingsmiddelen acenocoumarol en fenprocoumon. Fludarabine kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met fludarabine, als de dosering verandert en als u stopt met fludarabine.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Sommige mensen hebben problemen met zien of last van vermoeidheid of een zwak gevoel. Rijd geen auto zolang u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. U heeft daardoor meer kans op bijwerkingen van dit medicijn op uw maag en de darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de chemokuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het een aangeboren afwijking bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot 6 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het kan in de moedermelk terechtkomen en is dan voor baby's zeer schadelijk.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tabletten

  • Neem de tablet zonder kauwen in met een half glas water.
  • Breek de tabletten niet door. Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte tabletten? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Voorkom dat poeder van de tabletten zich door het huis verspreidt, anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
  • Krijgt u wat poeder uit gebroken tabletten op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico's tot het minimum.

Injecties of infuus
Meestal krijgt u dit medicijn in het ziekenhuis of in de polikliniek toegediend door een gespecialiseerde verpleegkundige.

Krijgt u dit medicijn thuis toegediend door de verpleegkundige? U zult merken dat de verpleegkundige zo hygiënisch mogelijk zal werken. Dit om te voorkomen dat de verpleegkundige zelf of uw huisgenoten in contact komen met het medicijn. De procedure houdt het volgende in.

  • Handen wassen voor en na het klaarmaken en toedienen van de injectie of infuus.
  • Het gebruiken van wegwerpmatjes om morsen te voorkomen.
  • Het gebruiken van wegwerpdoekjes om gemorst materiaal op te nemen.
  • Alle gebruikte spuiten en naalden gaan in een speciale kunststof afvalcontainer (deze kunt u bij de apotheek verkrijgen, een volle container is hier in te leveren).
  • Alle andere gebruikte materialen gaan in een dubbele afvalzak en kunt u met het huisvuil weggooien. Zorg ervoor dat kinderen niet bij de afvalzak kunnen komen!

Wanneer?

  • Leukemie: u gebruikt fludarabine meestal 4-5 dagen achter elkaar, samen met andere medicijnen. Daarna volgt een pauze. Vraag uw arts op een doseerschema.
  • Lymfeklierkanker: u neemt fludarabine 3 tot 5 dagen achter elkaar, samen met andere medicijnen. Dat doet u in de vorm van kuren die steeds 4 weken duren.
  • Stamceltherapie: u krijgt het infuus met fludarabine direct na het infuus met het kankerremmende medicijn busulfan. Meestal 4 tot 5 dagen achter elkaar. Daarna krijgt u de transplantatie met de donor-stamcellen.

Hoelang?

  • Leukemie: u gebruikt dit medicijn in een chemokuur zolang het goed werkt bij uw aandoening.
  • Lymfeklierkanker: u gebruikt dit medicijn meestal 6 maanden lang.
  • Stamceltherapie: 4 tot 5 dagen.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voorkom dat uw directe omgeving, zoals huisgenoten, in aanraking komt met uw lichaamsvloeistoffen. U mag elkaar wel aanraken, zoals knuffelen en zoenen. Het gaat alleen om maatregelen in verband met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het medicijn hierin aanwezig is. De mensen die u verzorgen zullen bij uw verzorging altijd wegwerphandschoenen dragen.

Neem tot 2 dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.