Apotheek de Vaart Amsterdam
Header afbeelding
Medische Encyclopedie

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

glucagon

Glucagon verhoogt het bloedsuiker.

Artsen schrijven glucagon voor bij een te laag bloedsuiker (‘hypo’) bij mensen met diabetes mellitus (suikerziekte).

Artsen gebruiken glucagon ook in het ziekenhuis om de darmbewegingen te onderdrukken. Bijvoorbeeld bij een onderzoek aan de darmen. En verder bij onderzoek naar de werking van de alvleesklier. Ook gebruiken artsen het als iemand teveel van bepaalde medicijnen tegen een hoge bloeddruk heeft ingenomen. Bijvoorbeeld een betablokker, zoals metoprolol, of een calciumblokker, zoals verapamil.

Deze tekst gaat alleen over het gebruik van glucagon bij een hypo door diabetes mellitus.

Wat doet glucagon en waarbij gebruik ik het?

Diabetes mellitus

Bij diabetes mellitus (suikerziekte) is er te veel glucose in het bloed. Dat komt omdat de alvleesklier te weinig of geen insuline aanmaakt, of omdat de spieren of de lever ongevoelig zijn voor de werking van insuline. Het hormoon insuline is nodig voor de cellen om glucose uit voedsel (koolhydraten, suikers) als energiebron te gebruiken. Insuline zorgt er voor dat de cellen glucose opnemen en dat een te veel aan glucose in de lever en spieren wordt opgeslagen (als voorraad).

De behandeling van diabetes is erop gericht om de hoeveelheid glucose in het bloed te verlagen. Hierdoor verdwijnen de klachten, zoals dorst en moeheid. Door de behandeling is de kans kleiner dat op den duur hart- en bloedvaten, zenuwen, nieren en ogen beschadigd worden. Maar een te laag bloedsuiker is ook niet goed. Dan kan een hypoglykemie (hypo) ontstaan. Een hypo moet snel worden behandeld omdat u anders bewusteloos kunt raken.

Verschijnselen hypo
Een hypo is te herkennen aan hongergevoel, bleekheid, beven en zweten, wazig zien, verwardheid, vermoeidheid, hoofdpijn en uiteindelijk bewusteloosheid. U kunt uw eigen bloedsuiker meten met een bloedsuikermeter. Als uw bloedsuiker lager is dan 3 mmol per liter, is er sprake van een hypo.

Oorzaken
Een hypo kan ontstaan als u te weinig koolhydraten hebt gegeten, of als u meer glucose heeft verbruikt, bijvoorbeeld met sporten. Een hypo kan ook ontstaan als bijwerking van de medicijnen tegen diabetes. Bijvoorbeeld als u meer insuline heeft gespoten dan u op dat moment nodig heeft. Ook sommige tabletten tegen diabetes kunnen een hypo veroorzaken.

Behandeling van een hypo
U kunt de verschijnselen van een hypo opheffen door iets te eten of te drinken, bij voorkeur druivensuiker (dextrose, 6 tabletten), of eventueel suikerklontjes ( 4 tot 6), een lepel honing, extra zoete limonade of een sportdrank. Houd daarom altijd een van deze voedingsmiddelen bij de hand. Kunstmatige zoetstoffen hebben geen effect, dus neem bij een hypo geen ‘light’ drankje. Daarna moet u een boterham eten met zoet beleg. Dit zorgt ervoor dat het bloedsuiker op peil blijft nadat de druivensuiker zijn werk heeft gedaan.
Zeer zelden kan ’s nachts een ‘hypo’ ontstaan. Zorg er daarom altijd voor dat u wat suiker bij de hand heeft als u in bed ligt, bijvoorbeeld druivensuikertabletten op uw nachtkastje.

Als u al suf wordt en het bewustzijn dreigt te verliezen, kunt u niet meer eten of drinken.  In dat geval kunt u glucose krijgen via een infuus in het ziekenhuis. Of iemand in uw omgeving kan bij u glucagon injecteren of glucagon geven via de neus.

Effect
Glucagon zorgt dat het bloedsuiker toeneemt. Hierdoor verdwijnen de verschijnselen van een hypo.  De werking begint binnen 10 minuten. Binnen 20 minuten moet u weer volledig bij bewustzijn zijn. Na 1 tot 2 uur is het bloedsuiker meestal weer normaal.

Lees meer over diabetes mellitus . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Misselijkheid en braken.

    Deze bijwerkingen gaan binnen een uur over.

  • Bij gebruik van neuspoeder: hoofdpijn en irritatie in de neus en keel.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Tragere hartslag

  • Diarree

  • Pijn, zwelling en zeer zelden roodheid en bloeduitstorting op plaats van de injectie.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan roodheid, huiduitslag en jeuk.

    Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, overmatig zweten, snelle hartslag, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Dan moet u onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. In deze gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor glucagon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Plotseling stijgen van de bloeddruk, vooral bij mensen met een tumor in het bijniermerg (feochromocytoom). Het is te merken aan wazig zien, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, benauwdheid, pijn op de borst en flauwvallen.

    Neem contact op met uw arts als dit optreedt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik glucagon gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend, als het wordt gebruikt bij een hypo.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet schadelijk voor het kind.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk terecht komt, is het waarschijnlijk niet slecht voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Meestal kunt u bij een hypo niet meer zelf glucagon toedienen, omdat u buiten bewustzijn bent. Iemand uit uw omgeving moet u helpen. Laat daarom mensen in uw omgeving zien hoe zij glucagon moeten injecteren of geven via de neus.

Vraag hen ook altijd zo snel mogelijk een arts te waarschuwen als u buiten bewustzijn raakt. Als 10 minuten na het toedienen van glucagon nog geen effect merkbaar is, zal een arts suiker per injectie of infuus moeten toedienen.

Gebruiksaanwijzing injectie

GlucaGen

Bewaar GlucaGen in een koelkast. Controleer regelmatig de uiterste gebruiksdatum, zodat u altijd een bruikbare spuit in huis heeft.

  • Een GlucaGen-verpakking bevat een flesje met glucagonpoeder en een flesje of spuitje met water. Heeft u een verpakking met een flesje met water en een losse injectiespuit? U moet dan eerst het water uit het flesje opzuigen in de injectiespuit.
  • Verwijder de plastic dop van het flesje met poeder.
  • Prik de naald van de spuit door het rubberen dopje van het flesje met poeder en spuit het water in het flesje. Laat de spuit in het flesje zitten.
  • Zwenk het flesje enkele malen om, totdat het poeder is opgelost en de oplossing helder is. Haal de naald daarbij NIET uit het flesje.
  • Controleer of de zuiger van de spuit helemaal is ingedrukt.
  • Houd het flesje op zijn kop. Zuig daarna de vloeistof weer in de spuit door de zuiger naar beneden te trekken. Pas op dat u niet de zuiger uit de spuit trekt.
  • Houd de spuit met de naald naar boven. Druk de luchtbel die bovenin zit uit de spuit. Soms moet u even tikken tegen de spuit om de luchtbelletjes boven in de spuit te verzamelen.
  • Spuit de vloeistof in. Dat kan in een spier of onder de huid. Bijvoorbeeld in het bovenbeen, maar het kan ook in de bil, buik of bovenarm.

Ogluo (injectiepen)

Dit medicijn dient u toe via een injectiepen vlak onder de huid. De injectiepen is een voorgevulde wegwerpspuit met de juiste dosis voor één keer inspuiten.
Bewaar Ogluo in het foliezakje. Haal de injectiespuit pas vlak voor toedienen uit het foliezakje. 
Controleer regelmatig de uiterste gebruiksdatum, zodat u altijd een bruikbare spuit in huis heeft.

  • Scheur het foliezakje open en haal de injectiepen eruit.
  • Let op! Controleer de injectievloeistof via het kijkvenster. De injectievloeistof hoort helder en kleurloos tot lichtgeel van kleur te zijn. Heeft het een andere kleur? Of zitten er deeltjes in de injectievloeistof? Gebruik de injectiepen dan NIET. En pak een nieuwe injectiepen.
  • Verwijder de rode naalddop.
  • Dien de injectiepen toe in de onderbuik, in de bovenbenen ( buitenkant van de dijbeen) of de bovenarm. Injecteer niet door kleding heen.
  • Druk de injectiepen met het gele uiteinde loodrecht op de injectieplaats tot u ‘klik’ hoort. 
  • Houd de injectiepen dan nog 5 seconden stevig op zijn plaats tot het kijkvenster rood kleurt.
  • Verwijder de injectiepen loodrecht uit de injectieplaats.

Gebruiksaanwijzing neuspoeder (Baqsimi)

Bewaar Baqsimi in de met folie omwikkelde koker. Verwijder de folie niet en open de koker vlak voor het toedienen. Controleer regelmatig de uiterste gebruiksdatum, zodat u altijd bruikbaar neuspoeder in huis heeft.

  • Verwijder de folie door aan de rode strip te trekken.
  • Open het deksel en haal de container met neuspoeder uit de koker. Let daarbij op dat u de zuiger met de groene lijn niet indrukt.
  • Houd de container met neuspoeder tussen de vingers en de duim.
  • Breng de tuit voorzichtig in een neusgat tot de vinger de buitenkant van de neus raakt.
  • Druk de zuiger helemaal in met uw duim tot de groene lijn op de zuiger niet meer zichtbaar is.

Leg de bewusteloze persoon op zijn of haar zij omdat deze zo het makkelijkst kan ademhalen.

Zodra de persoon bij bewustzijn komt moet hij of suiker innemen (bij voorkeur in de vorm van druivensuiker (6 tabletten ‘Dextro’) of een groot glas aangelengde limonadesiroop. Als er geen suiker of limonadesiroop voorhanden is, kunt u ook uitwijken naar bijvoorbeeld vijf suikerklontjes, een eetlepel suiker opgelost in water, een paar biscuitjes, een snee brood of een groot glas vruchtensap.

Geef NOOIT voedsel of drank aan een bewusteloos persoon: het kan per ongeluk in de luchtpijp komen en zo verstikking of longontsteking veroorzaken.

Wanneer?
Het is belangrijk bij een hypo snel te handelen. Glucagon moet worden toegediend als de persoon met de hypo geen suiker of ander voedsel kan innemen. Of als het te lang duurt voordat dit werkt.