Apotheek de Vaart Amsterdam
Header afbeelding
Medische Encyclopedie

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

lisinopril

Lisinopril behoort tot de ACE-remmers. Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.

Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk, hartfalen, na een hartinfarct en bij nierziekten.

Wat doet lisinopril en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Verschijnselen
Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten.

Als de bloeddruk is verhoogd, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten.

Beschadigde bloedvaten verhogen de kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

Werking
ACE is de afkorting van een enzym dat een rol speelt bij de spanning van de spiertjes rond de bloedvaten. Door het ACE te remmen vermindert de spanning in deze spiertjes. Hierdoor worden de bloedvaten ontspannen en wijder. Het bloed kan daardoor beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag.

Door ACE-remmers scheiden de nieren ook meer zout (natrium) uit met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Door de lagere bloeddruk is er minder kans op een hart- en vaatziekte, zoals een beroerte.

Behandeling
Bij de behandeling van een hoge bloeddruk kunnen artsen verschillende medicijnen voorschrijven. Vaak beginnen ze met een plastablet en/of een bètablokker. Als deze onvoldoende helpen of als deze niet gebruikt kunnen worden, kan de arts een ACE-remmer voorschrijven. Soms schrijft de arts direct een ACE-remmer voor, bijvoorbeeld als ook hartfalen of een nierziekte bestaat.

Effect
Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit middel bereikt. Zelf merkt u hier niet veel van. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk om lisinopril elke dag in te nemen. Alleen dan kan dit medicijn u optimaal beschermen tegen hart- en vaatziekten.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Verschijnselen
Bij hartfalen (hartzwakte) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en u kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

Oorzaak
Hartfalen kan ontstaan door een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

Behandeling
Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen geneesmiddelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Vaak schrijft de arts een combinatie van deze medicijnen voor.

Werking
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de conditie van de hartspier. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart en verminderen uw klachten. Mensen met hartfalen, die met dit medicijn de pompkracht van hun hart hebben verbeterd, hebben minder kans om aan een hartziekte te overlijden.

Effect
Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Hartinfarct (hartaanval)

Verschijnselen
De eerste tekenen van een hartinfarct zijn een hevig drukkende of snoerende pijn op de borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of kaken. Vaak bent u ook misselijkheid, zweterig en klam.

Oorzaak
Een hartinfarct ontstaat door een afsluiting van één of meer van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaders). Hierdoor krijgt een deel van de hartspier langdurig te weinig bloed en dus te weinig zuurstof, waardoor het afsterft.

Omdat een stukje van de hartspier niet meer werkt, kan het hart minder krachtig pompen. U kunt dan verschijnselen van hartfalen krijgen, zoals moeheid, kortademigheid en het vasthouden van vocht.

Werking
Lisinopril verbetert de pompkracht van het hart. Mensen die dit medicijn na een hartinfarct zijn gaan gebruiken, hebben een kleinere kans om hartfalen te krijgen of te overlijden aan een hartziekte. Bovendien is de kans op een tweede hartinfarct kleiner.

Mogelijk merkt u dat u minder vocht vasthoudt en minder snel moe bent. Het is belangrijk om dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen dan kan het de hart en bloedvaten optimaal beschermen.

Lees meer over hartinfarct (hartaanval) . “

Nierziekten

Dit medicijn wordt toegepast bij nierziekten, zoals die onder andere bij diabetes kunnen voorkomen (diabetische nefropathie).

Oorzaak
De nieren filtreren afvalstoffen uit het bloed, zodat deze via de urine het lichaam kunnen verlaten. De nieren bevatten daartoe een filtersysteem. Alleen de afvalstoffen en water kunnen het filter passeren.

Als de nieren beschadigd zijn, zoals bij diabetes, werkt het filter in de nieren niet goed. Hierdoor kunnen ook waardevolle bouwstoffen, zoals eiwitten, de filters passeren en in de urine terecht komen. Deze eiwitten in de urine verstoren de werking van de filters nog meer.

Verschijnselen
Meestal merkt u een nierziekte, zoals diabetische nefropathie, niet op. Pas als uw urine wordt getest op eiwitten, kunt u zien of uw nieren nog voldoende werken. Hebt u al langere tijd veel eiwit via de urine verloren, dan is dat soms te merken aan oedeem.

Oedeem is vochtophoping op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is, bijvoorbeeld in de enkels en voeten. Ook kan de urine er donkerder uitzien of schuimen. Uiteindelijk kunt u last krijgen van spierkrampen, ernstige vermoeidheid, jeuk en een droge huid.

Werking
Dit medicijn voorkomt dat het filtersysteem in de nieren verder beschadigt. Hierdoor vermindert het eiwitverlies via de urine. Ook voorkomt dit medicijn dat nierziekte ontstaat bij mensen met diabetes.

Effect
Het effect is meestal na twee weken te meten in de urine. Het kan enkele weken duren voordat u merkt dat uw klachten zoals moeheid, zijn afgenomen. Het is belangrijk om dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen dan kan het uw nieren optimaal beschermen.

Lees meer over nierziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Kriebelhoest

    De hoest kan heel hardnekkig zijn en niet verminderen als u de gebruikelijke middelen tegen kriebelhoest gebruikt. Als bij u deze bijwerking niet overgaat, ga dan naar uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven dat deze bijwerking niet heeft.

  • Duizeligheid

    Dit merkt u vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk, binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Neem dit middel de eerste paar keer 's avonds in op de rand van uw bed, zodat u bij duizeligheid kunt gaan liggen. Raadpleeg uw arts als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid.

  • Maagdarmklachten, zoals braken of diarree. Zelden misselijkheid, buikpijn en zure oprispingen. 

    Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

    Diarree, overgeven of koorts kan voor uitdroging zorgen. Dit leidt vooral bij ouderen boven de 70 jaar en bij mensen met hartfalen of minder goed werkende nieren tot erge bijwerkingen. Daarom kan de arts bij deze groep mensen de dosering tijdelijk aanpassen. Valt u onder deze groep? En heeft u meerdere keren per dag last van overgeven of diarree, of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn

  • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden. 

    Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid, zwak gevoel en stemmingswisselingen.

  • Huiduitslag, jeuk, galbulten en haaruitval.

    Als u de huidziekte psoriasis heeft: de klachten kunnen verergeren. Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts. Zeer zelden ontstaat een ernstige huidaandoening met blaren op de huid of een vurige rode huid. Waarschuw dan een arts.

  • Teveel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. 

    U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken of als u hartfalen heeft. Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

  • Smaakveranderingen en een droge mond

    Door de droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren.

  • Slaperigheid of juist slapeloosheid, en verwardheid.

  • Impotentie

    Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden of is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Griepachtige verschijnselen met loopneus, keelpijn, heesheid, kortademigheid, zweten en longontsteking. 

    Waarschuw bij ernstige benauwdheid een arts.

  • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever en bloedafwijkingen.

    Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel, moet u direct een arts waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. 

    U kunt een ernstige overgevoeligheid merken aan een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn (of een soortgelijk middel) niet opnieuw krijgt.

  • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt eerder een te laag bloedglucosegehalte (hypo) krijgen door dit middel. 

    Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.

  • Hallucinaties

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lisinopril gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Plastabletten. Deze wisselwerking is alleen van belang als u al wel een plastablet gebruikt en daar nu een ACE-remmer bij krijgt. De eerste paar dagen dat u deze combinatie gebruikt kunt u last krijgen van erge duizeligheid, doordat de bloeddruk sterk daalt. Meestal raadt de arts daarom aan om de plastabletten enkele dagen niet in te nemen. Na twee of drie dagen begint u dan met de ACE-remmer. U heeft zo minder last van duizeligheid. Als u de ACE-remmer vervolgens twee of drie dagen gebruikt kunt u zonder problemen de plastablet weer innemen. Ook kan uw arts u aanraden om de plastablet wel te blijven gebruiken. De arts zal dan aangeven om de eerste dagen met een lage dosis lisinopril te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
  • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u lisinopril samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen.
  • Kaliumzout en de kaliumsparende plasmiddelen spironolacton en triamtereen. Door combinatie van de ACE-remmer met deze middelen kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten. Kalium zit ook in ‘zeezout’ of ‘dieetzout’. Het eten van veel van deze zouten kan ook de hoeveelheid kalium in het bloed verhogen.
  • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen, lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts.U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Lisinopril kan de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken, en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van lisinopril bij hoge bloeddruk en hartfalen verminderen. Gebruik u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan twee weken en gebruikt u lisinopril voor een hoge bloeddruk of hartfalen? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Bij hartfalen: als u meer klachten krijgt van moeheid, benauwdheid of dikke enkels, neem dan ook contact op met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u lisinopril gebruikt, kunt u duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft of last heeft van wazig zien: neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol verwijdt de bloedvaten, net als lisinopril. U kunt daardoor last krijgen van duizeligheid. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET tijdens de laatste 6 maanden van de zwangerschap (tweede en derde trimester). Dit medicijn is slecht voor de baby. Het kan aangeboren afwijkingen bij de baby veroorzaken. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap (eerste trimester) is nog te weinig bekend. Ook dan kunt u dit medicijn beter NIET gebruiken.

Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg dan met uw arts of apotheker. Uw arts zal proberen u over te zetten op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Wanneer? 
U mag dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Kies wel een vast tijdstip, bij voorkeur ’s ochtends bij het ontbijt, dan vergeet u minder snel een dosis. Als u in het begin veel last heeft van duizeligheid, kunt u het ook ’s avonds voor het naar bed gaan innemen.

Hoe lang?

  • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
  • Hartfalen, hartinfarct en nierziekten. Waarschijnlijk moet u dit medicijn langdurig gebruiken. Overleg dit met uw arts.