Apotheek de Vaart Amsterdam
Header afbeelding
Medische Encyclopedie

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

natalizumab

Natalizumab onderdrukt de afweerreacties van het lichaam en remt ontstekingen. Het remt bepaalde witte bloedcellen die betrokken zijn bij de afweer. Natalizumab is een zogenaamde biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het voor bij multiple sclerose (MS).

Wat doet natalizumab en waarbij gebruik ik het?

Multiple Sclerose (MS)

Bij multiple sclerose (MS) valt het eigen afweersysteem de beschermende laag rond zenuwen in de hersenen en het ruggenmerg aan. Hierdoor ontstaan ontstekingen en littekens in deze beschermende laag en werken sommige zenuwen minder goed of niet meer.

Verschijnselen
De klachten van MS zijn afhankelijk van de zenuwen die zijn aangedaan. Vaak begint MS met vermoeidheid en minder goed zien met één oog. Soms zijn er ook spierkrampen en gevoelstoornissen, zoals tintelingen. De klachten kunnen in aanvallen optreden (schubs), maar ook continu aanwezig zijn. Als er perioden zijn van aanvallen afgewisseld met herstel, wordt het ‘Relapsing Remitting’ MS genoemd (RRMS).

Behandeling
MS wordt behandeld door een neuroloog. Met de behandeling proberen de neuroloog nieuwe schubs te voorkomen en ervoor te zorgen dat u uw dagelijkse activiteiten kunt blijven doen.

Om schubs te voorkomen schrijft de neuroloog bij RRMS meestal in eerste instantie glatirameer of interferonen voor. Als deze niet voldoende helpen kan de arts natalizumab voorschrijven.

Werking
Natalizumab remt de werking van bepaalde witte bloedcellen. Deze witte bloedcellen zijn betrokken bij de afweer en veroorzaken de ontsteking van de buitenste beschermlaag van de zenuwen. Natalizumab bindt zich aan deze witte bloedcellen, zodat ze niet meer bij de zenuwen in de hersenen kunnen komen. Natalizumab kan MS niet genezen. Het kan wel het aantal schubs verminderen en de voortgang van de ziekte vertragen.

Effect
Het kan enige maanden duren voor u het effect merkt. U heeft dan minder vaak een schub.

Lees meer over multiple sclerose (ms) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Heftige reactie op het infuus of op de injecties door overgevoeligheid, tijdens of binnen 1 uur na het toedienen het infuus of de injecties. U merkt dit aan huiduitslag met galbulten en jeuk, dikker worden van het gezicht, lippen of tong, moeite met ademhalen, pijn op de borst, verandering van bloeddruk.

    De arts of verpleegkundige zal uw bloeddruk tijdens en na het infuus of de injecties controleren.
    Deze overgevoeligheidsreactie komt het vaakst voor wanneer u dit medicijn voor de eerste of tweede keer krijgt. Of wanneer u een paar maanden met de behandeling bent gestopt en u daarna weer start met de behandeling. Bij volgende infusen of injecties neemt de overgevoeligheidsreactie meestal af. Krijgt u al tijdens het infuus last van een overgevoeligheidsreactie? Dan moet uw arts of verpleegkundige direct stoppen met het toedienen van het infuus.
    Bij een volgend infuus of bij de volgende injecties kan de arts medicijnen voorschrijven om van te voren te gebruiken. U heeft dan minder last van deze reacties.

  • Hoofdpijn. In zeldzame gevallen is hoofdpijn het gevolg van een ontsteking van het vlies rond de hersenen (hersenvliesontsteking of meningitis). Dit is een gevaarlijke ziekte. U kunt last hebben van koorts, stijve nek, overgeven, hoofdpijn, suf zijn en vlekken op de huid. Heeft u hier last van? Waarschuw dan direct een arts. 

  • Misselijkheid en zelden braken.

  • Duizeligheid en vermoeidheid

  • Pijnlijke gewrichten

  • Meer kans op infecties, zoals verkoudheid, keelpijn of blaasontsteking, maar ook andere infecties zijn mogelijk. U heeft meer kans op infecties omdat de afweer van uw lichaam niet goed werkt. In zeldzame gevallen hersenvliesontsteking of ontsteking van de hersenen door het koortslip-virus of gordelroos-virus. Denkt u dat u een infectie heeft? Of krijgt u last van koorts, koude rillingen, kortademigheid, keelpijn, hoofdpijn, stijve nek, overgeven, huiduitslag of ernstige diarree? Waarschuw dan uw arts.

     

    Mensen met een verminderde afweer mogen dit medicijn soms helemaal niet gebruiken. Dat is omdat de kans op gevaarlijke infecties bij hen te groot kan zijn. Van een verminderde afweer is bijvoorbeeld sprake bij een hiv-infectie of als u afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Verminderde werking van de lever, ontsteking van de lever (hepatitis). Meestal merkt u dat zelf niet, maar wordt het in een bloedonderzoek gezien. Waarschuw een arts bij een gele kleur van uw huid en oogwit (geelzucht), donkere urine of bleke ontlasting.

  • Blozen

  • Bloedarmoede. U kunt last hebben van snel moe voelen, minder kleur in uw gezicht, moeite met ademen en hartkloppingen. Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts.

    Bloedarmoede betekent dat u te weinig rode bloedcellen in uw bloed heeft. Of dat uw rode bloedcellen niet goed werken. Rode bloedcellen zorgen voor zuurstof in uw bloed en zijn erg belangrijk.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Virusinfectie in de hersenen (dit heet PML). De verschijnselen van deze ernstige infectie kunnen lijken op een MS-schub. Merkt u dat uw MS klachten verergeren? Raadpleeg dan uw arts. 

    Voor u begint met dit medicijn, zal de arts een MRI-scan maken. Deze MRI-scan moet in elk geval jaarlijks worden herhaald. Zo kan de arts kijken of er belangrijke veranderingen in uw hersenen optreden die mogelijk door dit medicijn komen. Ook zal de arts uw bloed regelmatig onderzoeken op aanwezigheid van virussen.

  • Virusinfectie van het netvlies van het oog. Neem bij de volgende verschijnselen direct contact op met uw arts: wazig zien en rode of pijnlijke ogen.

  • Minder bloedplaatjes in uw bloed. Hierdoor heeft u meer kans op bloedingen. Waarschuw uw arts bij onverklaarbare blauwe plekken, rode puntjes op de huid, bloedneuzen of bij wondjes die te lang blijven bloeden.

    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige bloedstollingsstoornis. U merkt dit aan koorts, bloeduitstortingen onder de huid, die eruit zien als kleine rode puntjes, soms vermoeidheid, verwardheid, gele kleur van uw oogwit en huid. Waarschuw dan direct een arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik natalizumab gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met de volgende medicijnen.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Natalizumab vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin (griepprik), tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen met uw arts kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u is als u met het medicijn stopt.

Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Er zijn geen aanwijzingen dat dit medicijn een hoger risico op aangeboren afwijkingen geeft bij de baby. Wel is bekend dat bij gebruik in de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) er een risico op bijwerkingen bij het kind bestaat, zoals bloedarmoede of bloedingen. Ook kan dit medicijn de afweer van de baby onderdrukken (immunosuppressie).

Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als MS niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Overleg daarom met uw arts over de voor-en nadelen.

Borstvoeding 
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het is niet bekend of dit slecht voor de baby is. Misschien kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Dit medicijn wordt door een arts of verpleegkundige in het ziekenhuis toegediend.

Hoe?

  • Infuus: de arts of verpleegkundige geeft u het infuus. Het infuus duurt 1 uur. Na het infuus moet u nog minstens 1 uur in het ziekenhuis blijven, bij de eerste infusen langer. De arts of verpleegkundige kijkt of u goed op het infuus reageert.
  • Injectie van onder de huid: de arts of verpleegkundige geeft u 2 injecties in uw bovenarm, buik of bovenbeen. U krijgt de injecties vlak na elkaar. In elk geval binnen 30 minuten. Na de injecties moet u 1 uur in het ziekenhuis blijven. De arts of verpleegkundige kijkt of u goed op de injecties reageert.

Wanneer?
U krijgt dit medicijn meestal eenmaal per 4 weken.

Hoelang?
Binnen 6 maanden moet duidelijk zijn of dit medicijn bij u werkt.